Omgeven door een bron van licht,
weet ik mij door de Heer gedragen.
Op wie ik steeds mijn ogen richt,
bij Hem mag komen met mijn vragen.
Hij gaat Mij in het lichtspoor voor,
en aan Zijn hand blijft Hij mij leiden.
Met Hem ga ik het leven door,
de Heer zal nimmer van mij scheiden.
Zolang ik maar in ’t licht blijf gaan,
kan niets mijn hart en ziel benauwen.
Lopend achter mijn Heiland aan,
op wie ik rotsvast kan vertrouwen.
‘k Word naar het einddoel toegebracht,
een weg langs bergen en door dalen.
Ik weet dat eens de hemel wacht,
de vreugde van Gods hemelzalen.
Eens zal ik als een engel zijn,
gekomen in Gods blijde sferen.
Om Hem in ’s hemels gouden schijn,
met lofzangen te mogen eren.
Voor alles wat ‘k hier achter laat,
wordt mij een groter schat gegeven.
Een nieuwe woning die daar staat,
maar bovenal het eeuwig leven.
Ingezonden door:
Justus van Tricht